Gedragscodes

Algemene uitgangspunten:

  1. Een doula werkt professioneel en doordacht; de kennis en deskundigheid van de doula zijn de basis bij het uitvoeren van haar werkzaamheden. Hierbij houdt zij rekening met haar eigen fysieke en morele grenzen.
  2. De doula dient instemming van de cliënt te hebben alvorens ondersteuning en/of zorg aan te bieden.
  3. De doula respecteert het geloof c.q. de opvattingen van de cliënt ten aanzien van leven, lijden, ziekte, sterven en dood.
  4. De doula verricht geen handelingen die buiten haar deskundigheidsgebied vallen. Zij is kundig maar mag geen medische handelingen verrichten.
  5. De doula zet zich er voor in dat andere beroepsbeoefenaren de vereiste zorg verlenen.

De doula in relatie tot de cliënt:

  1. Als de cliënt vragen of wensen heeft, kijkt de doula altijd in hoeverre zij, binnen haar werkwijze, aan deze wensen tegemoet kan komen. Als zij dit niet kan, dan geeft zij aan waarom dit niet kan en verwijst de cliënt eventueel door.
  2. Iedere afspraak met of toezegging aan een cliënt is bindend en moet worden nagekomen, voor zover dit redelijkerwijs van haar kan worden verwacht.
  3. De doula kan participeren in het contact tussen de barende (en partner) en het medische personeel, maar mag op geen enkele wijze het contact verstoren.
  4. Eventuele klachten handelt de doula zorgvuldig af. De doula probeert, eerst met de cliënt tot een oplossing te komen. Zij vraagt door tot de klacht helder is. Waar er niet tot een bevredigende afhandeling van de klacht gekomen kan worden, wijst de doula de cliënt op de vertrouwenspersoon en klachtenregeling van de beroepsvereniging.
  5. De doula geeft geen informatie over medische zaken. Zij zal de cliënt aansporen deze informatie zelf te achterhalen bij de betreffende beroepsbeoefenaar.
  6. Algemene informatieverstrekking (en omgaan met vragen) door de doula moet passen in de context waarin de ondersteuning gegeven wordt.
  7. De doula verzamelt alleen de gegevens die voor de ondersteuning noodzakelijk zijn.
  8. De doula brengt de cliënt ervan op de hoogte dat er een dossier van haar aangelegd wordt en dat zij die desgewenst ter inzage kan krijgen; de doula zet zich er voor in dat met deze informatie zorgvuldig wordt omgegaan.
  9. Als dit vantevoren is besproken en de wens van de ouders is, maakt de doula een geboorteverslag en biedt dit aan de cliënt aan, binnen een maand na de bevalling (voor een uitgeschreven verslag kan een extra vergoeding gevraagd worden).
  10. De cliënt is van te voren op de hoogte gebracht over wat te doen als haar ‘eigen doula’ verhinderd is.

De doula in relatie tot andere zorgverleners:

  1. De ondersteuning kenmerkt zich door multidisciplinaire samenwerking op verschillende niveaus (gynaecologen, verpleegkundigen, verloskundigen, artsen, kraamverzorgenden en doula’s). Overleg en samenwerking zijn noodzakelijk om de cliënt die ondersteuning te geven, die het meest tegemoet komt aan haar behoefte.
  2. De doula respecteert de opvattingen en deskundigheid van andere disciplines die bij de ondersteuning van de cliënt betrokken zijn.
  3. De doula heeft zicht op de communicatie tussen zorgverleners en client en neemt hierin een professionele verantwoordelijkheid. Ze houdt oog op de wensen van de client en ondersteunt de client deze duidelijk te maken (onder andere door te herinneren aan het geboorteplan en het gebruik van B.R.A.I.N.S.). Tevens kan ze doorvragen of cliente begrijpt wat er gebeurd of meer informatie nodig heeft, of uitleg geven over medische handelingen en jargon als dat nodig is.

Op intranet (achter de inlog) staat een hand-out met meer informatie over de plek van de doula en de andere zorgprofessionals

De doula in relatie tot andere doula’s:

Hiervoor zijn aparte gedragscodes opgesteld.

  1. Een doula dient collega´s respectvol, beleefd, eerlijk en ter goede trouw te behandelen.
  2. Een doula laat zich zorgvuldig en professioneel uit naar klanten van collega doula’s.